Europa en België breiden mogelijkheden voor hergebruik van overheidsinformatie (open data) verder uit

Dankzij technologische ontwikkelingen zijn de hoeveelheid data en de mogelijkheden voor het gebruik ervan de afgelopen decennia exponentieel toegenomen. Een goed opendatabeleid is belangrijk voor de ontwikkeling van een Europese digitale economie. Recent nam de Europese Unie een nieuwe richtlijn aan, die de mogelijkheden voor hergebruik van overheidsinformatie verder uitbreidt. We geven u een kort overzicht van de nieuwe richtlijn en van enkele wijzigingen die recent ook op Belgisch nationaal niveau plaatsvonden.

Nieuwe regels op Europees niveau

De Europese Unie nam op 20 juni 2019 Richtlijn 2019/1024 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie ("Open Data-Richtlijn" of "richtlijn") aan. De Richtlijn vervangt Richtlijn 2003/98/EG ("PSI-Richtlijn", die eerder al door Richtlijn 2013/37/EU was gewijzigd). Met de Open Data-Richtlijn wil de Europese Unie blijvende belemmeringen voor het hergebruik van overheidsinformatie en met overheidsmiddelen gefinancierde informatie wegwerken en zo vooruitgang toelaten op het vlak van digitale technologieën en digitale innovatie, in het bijzonder aan de hand van artificiële intelligentie, blockchaintechnologie en Internet of Things-technologie.

De filosofie van de opendatawetgeving komt er kort gezegd op neer om, onder bepaalde voorwaarden en beperkingen, bestaande documenten van overheden zo veel mogelijk en zo gemakkelijk mogelijk (open data by design and by default) ter beschikking te stellen voor commercieel en niet-commercieel hergebruik.

De Open Data-Richtlijn voegt aan de bestaande opendatawetgeving onder meer de volgende drie nieuwigheden toe:

Ten eerste viseert de Open Data Richtlijn de documenten van meer overheidsinstellingen dan voorheen. De Richtlijn omvat naast documenten van openbare lichamen nu ook documenten van bepaalde overheidsondernemingen die actief zijn in welbepaalde sectoren (bijvoorbeeld de sectoren bepaald in de sectorrichtlijn overheidsopdrachten (Richtlijn 2014/25/EU)). In België zal die uitbreiding van het toepassingsgebied wellicht weinig veranderen aangezien de federale en deelstatelijke wetgevingen rond hergebruik van overheidsinformatie reeds een ruime definitie van het begrip "overheid" hanteren.

Daarnaast breidt de Richtlijn ook de gegevens uit die voor hergebruik in aanmerking komen. De Richtlijn bepaalt nu uitdrukkelijk dat zij ook van toepassing is op onderzoeksgegevens die met overheidsmiddelen gefinancierd werden. Onderzoeksgegevens moeten zo veel mogelijk worden openbaar gemaakt voor hergebruik, maar steeds met respect voor andere geldende regelgeving, zoals onder andere de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens of intellectuele eigendomsrechten ("as open as possible, as closed as necessary"). Verder moedigt de Richtlijn overheidsinstellingen aan om dynamische data, dit zijn gegevens die frequent of in real time worden geactualiseerd, zoals meteorologische data of verkeersdata, sneller en beter ter beschikking te stellen. De toegang tot die dynamische data moet worden verleend in real time en via adequate technische middelen zoals API's (Application Programming Interfaces).

Tot slot scherpt de Richtlijn de transparantievereisten voor publiek-private overeenkomsten met betrekking tot overheidsinformatie aan door de overheden te verplichten het hergebruik van documenten open te stellen voor alle potentiële marktdeelnemers, zelfs indien bepaalde marktdeelnemers reeds op die documenten gebaseerde producten met toegevoegde waarde exploiteren. Op die manier worden exclusiviteitsregelingen tussen openbare lichamen of overheidsondernemingen en derden vermeden (artikel 12 Richtlijn). Zij beperkt ook de uitzonderingen die overheden toelaten om meer dan de marginale kosten van verspreiding aan te rekenen voor het hergebruik van hun gegevens (artikel 6 Richtlijn).

De Richtlijn vereist bovendien de goedkeuring door de Commissie (via een toekomstige uitvoeringshandeling) van een lijst van hoogwaardige datasets die gratis moeten worden verstrekt. Hoogwaardige datasets zijn documenten waarvan het hergebruik belangrijke voordelen biedt voor de samenleving, het milieu en de economie, aangezien zij geschikt zijn voor de ontwikkeling van toepassingen en diensten met toegevoegde waarde die een groot aantal potentiële begunstigden hebben en zo nieuwe, hoogwaardige en fatsoenlijke banen scheppen. Die datasets zijn onderworpen aan afzonderlijke regels die ervoor moeten zorgen dat zij gratis, in machineleesbare formaten en via API's en, indien relevant, als bulkdownload beschikbaar zijn. De datasets vallen binnen één van de thematische categorieën: geospatiale data, data over aardobservatie en milieu, meteorologische data, statistieken, data over bedrijven en bedrijfseigendom en mobiliteitsdata (artikel 13, lid 1 Richtlijn). Een overzicht van de op Europees niveau reeds beschikbare open datasets is te vinden op het Europees Open Data Portaal.

De Open Data-Richtlijn trad in werking op 16 juli 2019. Lidstaten moeten deze tegen 17 juli 2021 omzetten in hun nationaal recht.

Recente aanpassing van de federale regels

De PSI-Richtlijn werd op federaal niveau omgezet in de Wet van 4 mei 2016 inzake het hergebruik van overheidsinformatie ("de Wet van 4 mei 2016"). De federale wetgever werkte in die wet zijn opendatabeleid uit om zo het digitale ecosysteem van België te versterken. De wet ging op een aantal punten verder dan wat de Europese regels destijds voorschreven.

Ook onder de oorspronkelijke Wet van 4 mei 2016 gold het principe om overheidsinformatie zo ruim mogelijk voor hergebruik ter beschikking te stellen door onder andere voorwaarden aan hergebruik, zoals voorwaarden opgelegd in licenties, zoveel mogelijk te beperken. Standaardlicenties met voorwaarden voor hergebruik vermelden uitdrukkelijk de beperkingen indien er voorafgaande toestemming vereist is, of wanneer specifieke voorwaarden noodzakelijk zijn. Dergelijke standaardlicenties met voorwaarden voor hergebruik, de gevallen waarin overheden die licenties moeten gebruiken en de gevallen waarin overheden ervan kunnen afwijken, moesten bij koninklijk besluit worden vastgesteld (artikel 7 Wet van 4 mei 2016), maar zijn er nooit gekomen.  

De formulering van de machtiging aan de Koning was beperkend omdat ze de Koning enkel toeliet om standaardlicenties met voorwaarden vast te leggen, zonder dat er iets werd bepaald voor hergebruik met of zonder andere voorwaarden dan de standaardlicentie, zoals bijvoorbeeld creative commons-verklaringen of licenties met enkel naamsvermelding als voorwaarde. Om die reden werd de Wet van 4 mei 2016 recent gewijzigd door de Wet van 7 april 2019 en aangevuld met het Koninklijk Besluit van 2 juni 2019 ("KB").

De Wet van 7 april 2019 schrapt de beperking tot standaardlicenties met voorwaarden voor hergebruik in de machtiging aan de Koning, waardoor hij gemachtigd is om nadere regels voor het hergebruik met of zonder voorwaarden vast te leggen. De Koning heeft van die bevoegdheid meteen gebruik gemaakt en heeft bij Koninklijk Besluit van 2 juni 2019 een cascade van gestandaardiseerde modellicenties voor hergebruik bepaald:  

  1. Een onvoorwaardelijke Creative Commons Zero-verklaring (CC0-verklaring): de hergebruiker moet geen beperkingen respecteren bij of verdere toestemmingen verkrijgen voor het gebruiken van de data (artikel 2 KB);
  2. Een licentie met bronvermelding: de hergebruiker moet de bron van de data vermelden (artikel 3 KB);
  3. Een licentie hergebruik tegen vergoeding: de hergebruiker moet een vergoeding betalen aan de overheid (artikel 4 KB); en
  4. Een modellicentie op maat te bepalen door de overheid: de overheid legt aan de hergebruiker specifieke voorwaarden op naargelang het geval (artikel 5 KB).

Wanneer de overheid de CC0-licentie niet gebruikt, moet zij dat gedetailleerd motiveren.

Het KB bevat verder regels voor de procedure voor de behandeling van aanvragen voor hergebruik, het toezicht op de verplichting om bestuursdocumenten beschikbaar te maken via een transparantiecomité en de berekening van vergoedingen.

De beschikbare open data op federaal niveau zijn via het federale dataportaal terug te vinden.