Vlaanderen bepaalt nieuwe regels voor asbesthoudende materialen

Op de valreep van de vorige legislatuur, heeft de Vlaamse decreetgever nog nieuwe regels voor asbesthoudende materialen ingevoerd. Deze nieuwe bepalingen creëren een nieuw kader voor de inventarisatie, het beheer en de verwijdering van deze materialen.

Achtergrond

Met een decreet van 29 maart 2019 werd in het Materialendecreet van 23 december 2011 een nieuw luik ingevoegd met betrekking tot asbesthoudende materialen. De decreetgever was immers tot de vaststelling gekomen dat er geen gecentraliseerde informatie beschikbaar was over de aanwezigheid van asbest in gebouwen en infrastructuren, terwijl de kans op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in gebouwen en infrastructuren die dateren van vóór 2001 nochtans zeer groot is (de kans is immers groot dat materialen die tussen 1945 en 2001 – en zeker tussen 1955 en 1985 – werden geproduceerd of geplaatst asbest bevatten).  Meer nog, voor het merendeel van de risicovolle gebouwen en infrastructuren bleek zelfs geen asbestinventaris voorhanden te zijn.

De Vlaamse decreetgever heeft, met het oog op het in kaart brengen van asbest in gebouwen en infrastructuren, een inventarisatieplicht ingevoerd. Die inventarisatieplicht is tweeledig. Enerzijds bestaat er een specifieke inventarisatieplicht die gebonden is aan een transactie. Anderzijds geldt een generieke verplichting voor eigenaars om in elk geval uiterlijk op 31 december 2031 over een geldig asbestinventarisattest te beschikken.

De nieuwe regels in verband met asbesthoudende materialen moeten een versnelde asbestafbouw in Vlaanderen mogelijk maken. Daarbij worden 2034 en 2040 als mijlpalen vooropgesteld. Mijlpaal 2034 geldt voor de afbouw van de meest risicovolle asbesthoudende materialen (onder andere dak- en gevelmaterialen). 2040 geldt als streefdatum voor een asbestveilig Vlaanderen: voor eindmijlpaal 2040 is het finale doel om ook alle andere asbesthoudende materialen weg te nemen die een verhoogd risico vormen of deze veilig te beheren. De verwijderingsplicht geldt enkel voor publieke constructies, omwille van de voorbeeldfunctie van de overheid en het publiek toegankelijke karakter ervan. Voor alle andere constructies gelden mijlpalen 2034 en 2040 minimaal als streefdatum.

Doelstellingen

De inventarisatieplicht streeft onder meer volgende doelstellingen na:

  1. gebouweigenaars, professionelen, hulpdiensten en toezichthouders informeren, beschermen en sensibiliseren;
  2. een duidelijk kader scheppen voor de informatieplicht bij de overdracht en verhuur van constructies; en
  3. risicosituaties en asbesthoudende materialen identificeren.

De inventarisatieplicht moet onder meer bij de verkoop of de verhuring van een gebouw meer rechtszekerheid bieden aan de verkoper of de verhuurder, de notaris en vastgoedmakelaars. Tegelijk worden kopers en huurders beschermd doordat zij over de aanwezigheid van asbesthoudende materialen worden geïnformeerd.

Inventarisatieverplichting

Iedere eigenaar van een "toegankelijke constructie met een risicobouwjaar" moet uiterlijk op 31 december 2031 over een geldig asbestinventarisattest beschikken. Dit veronderstelt een voorafgaande inventarisatie, die dus eveneens verplicht wordt.

Het moet gaan om een "constructie", waaronder in deze context begrepen wordt een gebouw, bouwwerk, vaste inrichting of verharding in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen.

De constructie moet bovendien "toegankelijk" zijn, dit wil zeggen dat mensen ze kunnen betreden. Dit is minstens het geval voor constructies waarvan het dak wordt gedragen door constructie-elementen en waar een mens normaal in kan staan of in kan lopen.

Om aan de inventarisatie- en attestverplichting onderhevig te zijn, moet de constructie dateren uit een risicobouwjaar, dit wil zeggen dateren uit bouwjaar 2000 of vroeger.

Bepaalde constructies worden uitgesloten uit de inventarisatieverplichting: de openbare ondergrondse infrastructuur die bestemd is voor de transit, het transport, de transmissie of de distributie van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie of informatie.

Openbare, technische toegankelijke constructies met risicobouwjaar zijn van de verplichting uitgesloten. Dit zijn voor mensen toegankelijke constructies met risicobouwjaar die van openbaar nut zijn en een hoofdzakelijk technische functie hebben (namelijk bouwtechnische kunstwerken en aanhorigheden in de zin van het Grootschalig Referentiebestand en lijninfrastructuur en aanhorigheden in de zin van de VCRO). Zij worden gekenmerkt door een technisch karakter en zijn meestal gelokaliseerd op openbaar domein zonder uniek adres en met een repetitief gespreid voorkomen.

Een asbestinventaris wordt opgemaakt door een "asbestdeskundige inventarisatie" en  gaat gepaard met een inspectie ter plaatse in en rondom de voor mensen toegankelijke constructie met risicobouwjaar. De inventaris wordt daarna ingegeven in een centrale databank voor asbestinventarisatie van de OVAM.

Het asbestinventarisattest

Een asbestinventarisattest wordt verkregen nadat de asbestinventaris werd opgemaakt. Als de asbestinventaris correct en volledig werd opgesteld en opgeladen in de centrale databank voor asbestiventarisatie, verleent de OVAM een uniek asbestinventarisattest.

Het asbestinventarisattest, dat desgevallend uiterlijk op 31 december 2031 moet worden bekomen, bevat onder meer informatie over de geldigheidsduur van het attest, over de asbesthoudende constructie zelf en over de aangetroffen asbesthoudende of asbestverdachte materialen. De nadere regels met betrekking tot de inhoud, de aflevering en de geldigheidsduur van het asbestinventarisattest zullen nog door de Vlaamse Regering worden vastgesteld.

Verplichtingen bij overdracht

Bij de overdracht van een voor mensen toegankelijke constructie met risicobouwjaar zal voortaan op de eigenaar van de constructie een informatieverplichting ten aanzien van de kandidaat-verwerver rusten. Bij de overdracht van een constructie in mede-eigendom betreft de informatieverplichting zowel het betrokken privatieve gedeelte als de gemeenschappelijke delen.

De informatieverplichting houdt in dat de eigenaar aan de kandidaat-verwerver een geldig asbestinventarisattest moet meedelen vóór het sluiten van de onderhandse akte of overeenkomst. De datum, de samenvattende conclusie en de unieke code van het attest moeten daarbij worden vermeld. Het gaat dus om een informatieverplichting die analoog is met wat reeds geldt voor bodemattesten, de energieprestatie van gebouwen en elektriciteitsinstallaties.

In de authentieke akte moet worden vermeld of een geldig asbestinventarisattest aan de overdrager werd overhandigd. Na het verlijden van de authentieke akte registreert de notaris de nieuwe eigenaar in de databank voor asbestinventarisatie.

De Vlaamse Regering heeft de machtiging gekregen om de regels met betrekking tot de informatieplicht verder uit te werken en in afwijkingen op de verplichting te voorzien.

Sanctie

De verwerver kan de nietigheid vorderen van de overdracht indien niet aan de informatieplicht is voldaan, dit is wanneer hij niet op de hoogte was van de inhoud van het asbestinventarisattest voor of bij het sluiten van de onderhandse akte, de overeenkomst of de authentieke akte. Het betreft een relatieve nietigheid. Enkel de verwerver kan de nietigheid inroepen. De nietigheid wordt gedekt wanneer de verwerver aan de mogelijkheid om de nietigheid in te roepen heeft verzaakt en hij alsnog in het bezit werd gesteld van een asbestinventarisattest.

Inwerkingtreding

De Vlaamse Regering zal de datum van inwerkingtreding van deze nieuwe regels bepalen.